Niets kan ik je vertellen zegt ze,
want ik weet niets.
Das niet waar, je kunt me veel vertellen,
ja zegt ze maar niets wat jij niet weet.
Ja hoor
want wat jij denkt, voelt en ervaart
dat weet IK niet, maar wil het wel graag weten
als jij het tenminste weet te zeggen
wat je wel weet .

En dan verteld ze
over hoe snel het ging, snel weer thuis,
voelt zich bijzonder goed,
maar over de uitslagen weet ze nog niets.
Kan ook niet zo snel.
Over het vervolg weet ze nog niets,
maar ze praat en spreekt
zonder na te denken haar angsten uit
de vragen zonder antwoorden
de loop van haar gedachten
het het hart van haar gevoel.

Zodra ze meer weet spreken we elkaar
weet je zegt ze,
was fijn met je te spreken,
om met mezelf te spreken.
dat is niet niets,
en ik weet hoe belangrijk het is.

XXXXXXXXXXXXX